Ademhalingsoefeningen
Wanneer u COPD heeft is het moeilijk om adem te halen. Dit kan erg vervelend en lastig zijn. Ademhalingsoefeningen zijn onderdeel van een fysiotherapie behandeling. Deze oefeningen kunnen u helpen met het verbeteren van uw ademhaling en zullen helpen bij benauwdheid.
In dit artikel leest u een aantal voorbeelden van ademhalingsoefeningen. Deze zullen niet voor iedereen werken. Vraag uw (long)fysiotherapeut om advies welke oefening het beste bij u past.
Let op! Probeer uzelf niet moe te maken met oefeningen. Neem pauzes als dit nodig is. Vraag uw (long)fysiotherapeut om advies als de oefeningen lastig zijn.
Soorten oefeningen
Er zijn een aantal soorten oefeningen, ieder met een eigen doel:
- Oefeningen die focussen op spraak (dus uitademen),
- Oefeningen die letten op ademen (in en uitademen),
- Oefeningen die focussen op het verbeteren van uithoudingsvermogen en conditie,
- Oefeningen die focussen op het ophoesten van slijm.
Als u ademhalingsoefeningen doet, probeer deze dan op een vast moment in te plannen. Zo blijft u vaak en regelmatig oefenen. Ademhalingsoefeningen kunt u 3 keer per dag thuis doen. Per keer doet u vaak 5 tot 10 herhalingen van de oefeningen. Als u meer klachten heeft, kunt u in overleg met uw arts uw oefeningen vaker doen.
Voorbeelden van ademhalingsoefeningen
Oefening om diep in te ademen
Bij deze oefening ademt u diep in zodat de longen en luchtwegen helemaal gevuld worden. Hierdoor kleven de longblaasjes minder snel en wordt de lucht in uw longen beter ververst.
- Adem langzaam in via uw neus, tot dit niet meer kan (dit heet: maximaal inademen). Zorg ervoor dat, wanneer u dit doet, uw neus open is. Inademen moet niet te moeilijk zijn. Doordat u langzaam inademt stroomt de lucht naar de kleine luchtwegen en longblaasjes.
- Adem hierna rustig uit door getuite lippen. (uw lippen in een kleine opening)
Oefening om diep uit te ademen
Door goed uit te ademen wordt de lucht in de longen beter ververst. Ook rekt deze oefening het middenrif op.
- Ga rustig staan of zitten.
- Adem rustig in door de neus. Adem hierbij niet teveel in.
- Adem helemaal (maximaal) uit door getuite lippen.
Oefening voor wanneer u benauwd bent of last heeft van kortademigheid
Deze oefening heet ook de ‘ademrem’. Het doel van deze oefening is dat u minder diep en langzamer gaat ademen. De zuurstof die u hierbij inademt blijft dan langer in de longen. Ook ontspannen uw spieren door het rustige ademhalen.
- Ga rechtop zitten op een stoel, met de armen die steunen op uw bovenbenen of een tafel of blijf stil staan.
- Adem rustig in via de neus. Let hierbij op dat u niet te diep inademt.
- Adem langzaam uit via een kleine opening van uw mond (getuite lippen). Hierdoor duurt het uitademen langer dan het inademen.
Oefening bij het ophoesten van slijm
Deze oefening helpt u bij het ophoesten van slijm. Als u geen last heeft van slijm kunt u deze oefening één keer per dag doen om te kijken of er slijm zit. Als u wel last heeft van slijm kunt u deze oefening een kwartier nadat uw medicijnen heeft genomen doen. Ook kunt u als het nodig is ieder uur oefenen.
- Begin door rustig door de neus in te ademen en rustig door de lippen de adem naar buiten te blazen (getuite lippen). Doe dit 5 tot 10 keer, met pauzes wanneer dit nodig is.
- Adem in en probeer uit te ademen in één krachtige adem met een open mond. Dit heet huffen. Dit lijkt op wat u doet wanneer u uw bril met uw adem nat maakt bij het schoonmaken van uw bril. Doe dit 2 tot 3 keer met een pauze tussen iedere keer.
- Adem diep in en hoest. Er kan nu slijm meekomen, maar dit hoeft niet altijd zo te zijn.
Andere tips bij het ademen.
Als u bezig bent met een inspannende handeling (denk aan: wandelen, sporten of traplopen) probeer dan niet te praten. Als u gaat praten dan zult u sneller moeite krijgen met ademhalen. Probeer zo ook bij het praten op uw adem te letten. Als u een lange zin uitspreekt, neem dan bewust meerdere pauzes om te ademen.